Hieronder worden instructies weergegeven die in de praktijk zijn getest door Hans Donk die doofblind is. 

  1. Aangezien het lopen met een doofblinde specifieke vaardigheden en ervaring vereist, zal het toewijzen van een buddy niet willekeurig kunnen. Laat de doofblinde daarom met één of enkele vaste buddy’s lopen.
     
  2. Als geheel doofblinde moet je veel vertrouwen hebben in je maat/buddy en zondermeer doen wat hij of zij van de verlangt.
     
  3. Gebruik voor de verbinding tussen loper en buddy een lijntje zodat je je handen vrij hebt en niet van elkaar kunt weg lopen. We noemen dit lijntje de navelstreng.
     
  4. Loper loopt altijd aan de binnenkant en de buddy aan de buitenkant.
     
  5. Loper krijgt dus de commando’s van de buddy altijd links van de lichaam.
     
  6. Een tikje op schouderblad beginnen met hardlopen, rustig aan.
     
  7. Een tikje aan de voorkant van je schouder stil staan. (Dus stoppen met hardlopen).
     
  8. Twee tikjes op je schouderblad snelheid opvoeren.
     
  9. Twee tikjes op je schouderblad heel snel achter elkaar rennen zo hard je kan en liefst nog wat harder.
     
  10. Twee tikjes vóór je schouder snelheid minderen.
     
  11. Twee tikjes vóór je schouder heel snel achter elkaar onmiddellijk stil staan.
     
  12. Pols omhoog direct stoep of verhoging op springen dus onmiddellijk springen.
     
  13. Pols omlaag direct stoep of verhoging afspringen.
     
  14. Een golfbeweging met je pols een lange sprong maken bijvoorbeeld over plas springen. Dan houd je droge voeten.
     
  15. De buddy pakt even de pols van de loper vast, dat betekent opletten loper, we moeten om een obstakel heen en houdt mijn bewegingen goed in de gaten