Andersom is het voor buddy’s en trainers misschien ook de eerste keer dat zij iets gaan ondernemen met iemand met een visuele beperking. Om inzicht te geven in de situatie van de slechtzienden, volgen hier enkele tips voor het omgaan met en het benaderen van slechtzienden en blinden in het dagelijks leven.

Het belangrijkste is:

  • Vraag de persoon steeds naar zijn of haar wensen en neem niet zomaar iets aan!
  • Vertel wie u bent als u een gesprek begint.
  • Noem ook de naam van de persoon tegen wie u begint te praten.
  • Vertel wat u gaat doen en raak iemand niet zomaar aan.
  • Vraag eerst of u kunt helpen. Als dit niet zo is, dring dan niet aan.
  • Woorden als ‘zien’ en ‘kijken’ kunt u gerust gebruiken. Mensen die blind of slechtziend zijn doen dit ook.
  • Als u iets wilt laten ‘zien’, leg dan het voorwerp in iemands handen.
  • Een knikje of glimlach wordt niet gezien, reageer daarom met woorden. 
  • Als u vertrekt is het handig dit te vertellen, anders blijft iemand doorpraten.
  • De voorkeur voor de wijze van begeleiding van iemand die blind of slechtziend is, verschilt per persoon. Zo kan iemand zijn hand op uw elleboog leggen of liever zijn arm bij u in haken. Heldere aanwijzingen zijn belangrijk. Gebruik daar om geen woorden als hier, daar, dit, verderop.
  • In het dagelijkse leven worden mensen met een beperking geconfronteerd met medelijden of vermijding. Soms con- centreren mensen zonder handicap zich zo zeer op de beper- king van de ander dat ze zijn of haar andere eigenschappen over het hoofd zien. Ze reageren op iemand alsof hij of zij een probleem is, en geen persoon. Anderen behandelen mensen met een handicap alsof het kinderen zijn. Als een dergelijke benadering zich maar vaak genoeg herhaalt, kan dat invloed hebben op de manier waarop mensen met een beperking over zichzelf denken.